724 | Eerste lied – Miguel Hernandéz, Spanje
|Schilderij van Antoni Miro
Eerste lied
Het veld heeft zich teruggetrokken
toen het zich bestormd zag
door de dolgeworden mens.
Welk een kloof wordt zichtbaar
tussen olijfboom en mens!
Het dier dat zingt:
het dier dat wenen
en zich voortplanten kan,
herinnerde zich zijn klauwen.
Klauwen die het met bloemen
en bevalligheid bekleedde,
maar die ze tenslotte
in al hun wreedheid ontbloot.
Ze knisteren in mijn handen.
Ga er van weg, mijn zoon,
Ik ben in staat ermee uit te halen,
ik ben in staat om ze
in je zachte vlees te slaan.
Ik ben weer tijger geworden.
Ga weg, of ik verscheur je.
Vandaag is liefde de dood,
en de mens beloert de mens.
Miguel Hernández, Spanje, 1910 – 28.3.1942
Vertaling Germain Droogenbroodt
Uit: “Spinragbloemen – Flores de telerañas”, POINT 1993