655 | Corona | Paul Celan, Czernowitz-Parijs

Gedicht ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van Paul Celan

photo ithaca 655 by poem Paul Celan


Josef Bordat, Duitsland

Corona

 

Uit de hand vreet de herfst mij zijn blad:
wij zijn vrienden.
We schillen de tijd uit de noten en
leren haar lopen:
de tijd keert terug in de schaal.

In de spiegel is het zondag,
in de droom wordt geslapen,
de mond spreekt waar.

Mijn oog daalt af naar het geslacht van de geliefde:
we kijken ons aan,
we zeggen ons iets duisters,
we beminnen elkaar als klaproos en herinnering,
we slapen zoals wijn in de schelpen,
zoals de zee in de bloedstraal van de maan.

We staan omarmd in het venster, ze kijken
naar ons vanaf de straat:
het is tijd, dat men weet!
Het is tijd dat de steen besluit te bloeien,
dat de onrust een hart slaat.
Het is tijd, dat het tijd wordt.

Het is tijd.

Paul Celan, Czernowitz-Parijs (1920 – 1970)

Vertaling Germain Droogenbroodt

uit „Kwetsbaar door schoonheid in het oog
Moderne Oostenrijkse poëzie, POINT 2001