DE MAAN AANSCHOUWEND, EN VERLANGEND NAAR EEN VERRE GELIEFDE
|DE MAAN AANSCHOUWEND,
EN VERLANGEND NAAR EEN VERRE GELIEFDE
De maan, helemaal vol nu boven de zee,
verlicht de hemel in één en al gloed,
schenkt de gescheiden harten
de diepzinnigheid van de nacht.
Ik blaas de kaars uit
om van de schittering te genieten
en trek mijn jas aan
omdat ik voel hoe de dauw intenser wordt.
Maar omdat ik jou geen handvol
maanlicht kan schenken,
zal ik terug gaan slapen
en hopen je te ontmoeten in een droom.
CHANG CHIU-LING, China (A.D. 673 – 740)
Vertaling Germain Droogenbroodt