DE JAREN VAN JOU NAAR MIJ
|DE JAREN VAN JOU NAAR MIJ
Weer krult jouw haar, als ik ween. Met het blauw van je ogen
dek je de tafel van onze liefde: een bed tussen zomer en herfst.
We drinken, wat gebrouwen werd, niet door mij, niet door jou,
noch door een derde:
we drinken een leeg en laatste.
We kijken naar elkaar in de spiegels van de diepzee en reiken
elkaar vlugger de gerechten aan:
de nacht is de nacht, hij begint met de ochtend,
ze vlijt me bij jou neer.
PAUL CELAN, BOEKOVINA (1920 – 1970)
Vertaling Germain Droogenbroodt
uit “Liebesgedichte, Paul Celan,, Insel Verlag, Berlin